SV | En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve. |
WLC | וַיֹּ֕אמֶר בְּעֹוד֙ הַיֶּ֣לֶד חַ֔י צַ֖מְתִּי וָֽאֶבְכֶּ֑ה כִּ֤י אָמַ֙רְתִּי֙ מִ֣י יֹודֵ֔עַ [יְחָנַּנִי כ] (וְחַנַּ֥נִי ק) יְהוָ֖ה וְחַ֥י הַיָּֽלֶד׃ |
Trans. | wayyō’mer bə‘wōḏ hayyeleḏ ḥay ṣamətî wā’eḇəkeh kî ’āmarətî mî ywōḏē‘a yəḥānnanî wəḥannanî JHWH wəḥay hayyāleḏ: |
En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!